– Constanze Borchert –

Het thema identiteit is heel breed. Je heb een nationale, religieuze en sociale identiteit en die veranderen ook altijd. Nationale identiteit ligt in Duitsland altijd moeilijk. Ja, ik ben Duits en vind dit ook ok, maar door de Duitse geschiedenis brengt dat ook een verantwoording en last met zich mee. Daardoor kunnen veel mensen zich niet 100% daarmee identificeren. Daarom zeg ik graag dat ik Saks ben en uit Dresden kom. Maar toch. Aangezien ik nu sinds 2006 in Stuttgart woon, voel ik me niet meer zo sterk met Dresden verbonden, maar ben ik dan nu een Stuttgarter geworden? Eigenlijk denk ik dat niet, want ik ben daar niet geboren of opgegroeid.
Deze Duitse opvatting van regionale identiteit vind ik eigenlijk niet goed. Daardoor kunnen nieuwe mensen namelijk niet ‘landen’ in een nieuwe regio of in Duitsland als geheel. Mensen met andere huidskleur worden dan ook altijd gevraagd waar ze vandaan komen. En het antwoord “Ik ben in Berlijn geboren” voldoet lang niet altijd. Er wordt dan namelijk verwacht dat je vertelt uit welk land je ouders of grootouders komen. De vraag waar je vandaan komt is daarom altijd moeilijk. Mijn oplossing is om te zeggen: “Ik woon in Stuttgart maar kom eigenlijk uit Dresden.”
Religieuze identiteit is een beetje makkelijker voor me, omdat de Duitse protestantse kerken een grote organisatie vormen. Ze bestaan uit een aaneensluiting van 20 regionale kerken, die allemaal ook weer een beetje anders zijn. En dat geldt ook voor verschillende gemeenten binnen een kerk. Bij de religieuze identiteit zijn voor mij de dingen die wij gemeen hebben belangrijker dan de verschillen. “Ik ben evangelisch.” werkt voor mij goed. Maar eigenlijk is de vraag waarom ik niet zeg dat ik christelijk ben? Waarschijnlijk omdat ik me niet met alle christelijke kerken 100% kan identificeren, hoewel wij dezelfde grondwetten hebben.
Lange tijd ben ik niet open geweest over het religieuze aspect van mijn identiteit, want als christen ben je in Dresden in de minderheid. Door de lange periode waarin het socialistische systeem overheerste, hebben veel mensen geen relatie meer met religie. Ze zien religie als oud, vreemd en conservatief. Daarom vertelde ik op school soms niet wat ik heb in de kerkelijke gemeente deed. Of vertelde ik niet zo veel als ik eigenlijk had gewild om geen negatieve reactie van mijn vrienden te krijgen. Nu ben ik daar zelfverzekerder over geworden.
Aan mijn sociale identiteit kleven heel veel aspecten. Ik ben een dochter, een oudere zus, een kleindochter, een vriendin, een student, een vrouw, een kunsthistorica, een science fiction-fan, ik speel piano, accordeon en fluit, ik ben een zangeres, een mens die heeft depressie gehad, iemand boven 30, iemand die Duits, Engels, Frans en Nederlands spreekt, die niet veel alcohol drinkt, niet rookt, die van kaas houd, van snoepjes en warme dagen. Maar wat betekent dat voor mij en voor andere mensen?
Ik denk dat een identiteit te maken heeft met een essentie, die je niet gemakkelijk kunt makkelijk veranderen. En daarnaast zijn er vele eigenschappen die je wel kunt veranderen. Maar allebei zijn in theorie te veranderen.
Identiteit is een netwerk, een verzameling van ervaringen en eigenschappen. Het klinkt nu misschien alsof identiteit ook karakter is. Maar misschien is identiteit dat deel van je karakter en geschiedenis, waarvan je je bewust kunt zijn en dat accepteert. [Geen idee of ik datzelfde een week later nog steeds denk.]
Maar wat heeft mijn half jaar in Nederland voor mijn identiteit betekend? Ik weet nog niet of het mijn karakter veranderd heeft. Maar ik identificeer me nu ook een beetje met Nederland. Dus heb ik op Koningsdag daarvoor mijn Facebook foto aangepast. Ik ben in ieder geval nu iemand die in het buitenland heeft gewoond, Nederlands verstaat en iemand die nu meer vrienden uit het buitenland heeft. Ik voel me nu niet alleen thuis in Dresden, Berlijn en Stuttgart, maar ook in Leiden en Delft. Is mijn identiteit nu anders? Ik denk dat het een nieuwe aspect heeft gekregen, maar de kracht daarvan is nog niet te zien en te voelen.
Wat altijd waar is, dat is: “Ik ben ik.” Maar dat betekent altijd net iets anders. Dus alles is veranderlijk.

Constanze Borchert studeerde een half jaar in Leiden en keerde dit voorjaar terug naar Duitsland.